Vind jij je paard te fanatiek of te druk? Of is die van jou juist te flegmatiek en mag hij wel wat vlotter? Er kunnen verschillende oorzaken zijn waarom je paard is hoe hij is. Voeding kan hier een bepaalde rol in spelen. Maar voor we naar de voeding kijken, is het belangrijk om eerst andere mogelijke oorzaken te bekijken.
Er is een aantal omstandigheden die het gedrag van je paard kunnen beïnvloeden. Ten eerste is dat de hoeveelheid (vrije) beweging die het paard krijgt. Als het paard onvoldoende (vrije) beweging krijgt, kan hij zich gaan vervelen, stereotype gedrag ontwikkelen of kan hij gewoon zijn energie niet voldoende kwijt.
Ook het gebrek aan sociaal contact kan invloed hebben op het gedrag. Het is belangrijk voor paarden om voldoende sociaal contact te hebben met soortgenoten. Door het gebrek aan sociale interactie kunnen ze apathisch (gevoelloos) gaan reageren. Soms kan voldoende sociaal contact ook negatief uitpakken, bijvoorbeeld als het paard niet goed overweg kan met zijn buurpaard. Hierdoor zou rusteloosheid, voernijd en agressief gedrag kunnen ontstaan.
Is het paard flegmatiek terwijl alle randvoorwaarden wel in orde zijn? Dan kan het verstandig zijn om de algemene gezondheid te (laten) controleren. Denk hierbij aan de hartslag, ademhaling, temperatuur, het gebit en eventueel een bloedanalyse. De uitslag hiervan kan bijvoorbeeld duiden op een ziekte, aandoening of een tekort aan bepaalde voedingsstoffen of mineralen. Let ook goed op het gewicht van je paard. Zowel onder- als overgewicht kunnen ervoor zorgen dat je paard trager is. Is je paard gezond maar toch flegmatiek? Kijk dan ook eens naar de training die je hem geeft. Misschien vindt je paard het werk niet zo leuk en kan wat afwisseling in je training helpen. Maak bijvoorbeeld eens een lekkere buitenrit of voeg wat balkjes en pionnen toe.
Zijn de leefomstandigheden van je paard goed en is hij over het algemeen gezond? Dan kun je gaan kijken naar de invloed van de voeding. Zorg er altijd voor dat de basis van je rantsoen goed is. Dus voer je paard voldoende structuurrijk ruwvoer. Als je paard onvoldoende ruwvoer krijgt, zou dat kunnen leiden tot verveling, rusteloosheid, maagzweren en stereotype gedrag zoals luchtzuigen en kribbebijten.
Houd bij het samenstellen van je rantsoen daarnaast rekening met het karakter en temperament van je paard. Temperament is vaak een afspiegeling van de genetische opbouw en omgeving van een paard. Sommige paarden zijn van zichzelf temperamentvol, terwijl anderen juist wat flegmatieker kunnen zijn. Kijk bijvoorbeeld maar naar het verschil in temperament tussen verschillende rassen.
Als paarden te fanatiek zijn, is het verstandig om goed te kijken naar het type en de hoeveelheid krachtvoer dat je voert. Misschien voer je het paard onbewust wel krachtvoer met veel snelle energie, zoals veel suikers of haver. Wil je het paard toch graag krachtvoer voeren, zonder dat hij ‘heet’ wordt? Dan zou je wat olierijker krachtvoer kunnen voeren. Dit geeft het paard wel energie, maar ze worden er niet te fanatiek van. Er bestaan ook bepaalde kruidensupplementen die een kalmerend effect kunnen hebben op je paard.
Bij een flegmatiek paard kun je juist wel kiezen voor een krachtvoer met makkelijk beschikbare energie, zoals suikers. Daarnaast staat haver bekend om zijn energie verhogende effect. Dit komt omdat de snelle energie uit haver bepaalde hormoonspiegels kan laten stijgen waardoor een paard druk kan worden. Ook het zetmeel uit haver is makkelijk en goed te verteren, waardoor het paarden direct energie geeft. Het voeren van haver heeft wel een aandachtspunt. De calcium-fosfor verhouding in haver is voor paarden namelijk erg ongunstig. Let er bij het voeren van (meer dan 1 kg) haver op dat je deze verhouding uitbalanceert met bijvoorbeeld een supplement of speciaal krachtvoer.
Voordat je bepaalt welk type krachtvoer, hoeveel krachtvoer en of je supplementen aan je rantsoen toevoegt, is het aan te raden om je ruwvoer te laten analyseren. Uit deze test wordt duidelijk of er voldoende voedingsstoffen, vitaminen en mineralen in zitten. Je kunt dit namelijk niet aan het ruwvoer zien of ruiken. Aan de hand van de testuitslag kun je het rantsoen aanvullen met het juiste krachtvoer of supplement. Op deze manier kun je het meest optimale rantsoen voor je paard samenstellen.
