Veilig en rustig opstappen op je paard is een prettig begin van je training. Dat gaat bij veel paarden goed, maar je ziet ook paarden bij het opstappen niet stil kunnen staan, het krukje eng vinden, achteruitlopen of gaan vluchten. Waar moet je allemaal aan denken als je een paard met een opstap probleem gaat trainen? We hebben 10 tips voor als jij met je paard opstap problemen ervaren.
Voor je aan de slag gaat, is het van belang om te weten dat er geen onderliggende fysieke oorzaak is waardoor het paard opstappen moeilijk vindt. Laat voor je begint met trainen door een professional checken of het zadel en rest van het harnachement goed past. Je wil namelijk geen paard trainen dat pijn of ongemak ervaart.
Opstap problemen kunnen erg variëren. Ga op zoek naar de trigger van het paard: is dit al zodra je aan komt lopen met het krukje? Of pas als je je voet omhoog tilt? Vergeet ook het gebruik van teugels niet, soms is het oppakken van teugels een (extra) trigger voor het paard.
Werk op een zachte ondergrond. Bovendien is een belangrijk aandachtspunt wat betreft de veiligheid van deze training het type opstap krukje. Zorg ervoor dat je werkt met een dicht krukje, zodat het paard hier niet per ongeluk in vast kan komen te zitten.
Voordat je het op- en afstijgen gaat oefenen, zorg eerst dat je je paard goed kan laten stilstaan op de opstap plek. Doet het paard uit eigen beweging een stap naar voren, zet hem dan twee pasjes achterwaarts. Loopt hij naar achteren, dan draai je de procedure om. Vergeet niet het paard te belonen als het stilstaat door hem bijvoorbeeld even een rondje weg te lopen bij het krukje/opstap plek.
Een uitdagend moment bij het opstappen kan het zwaaien van het been zijn om te gaan zitten, omdat de ruiter zich hierbij van het ene oog naar het andere oog van het paard verplaatst. Je kan dit trainen met bijvoorbeeld een vlag. Dit noemen we desensitiseren op beweging. Timing is hierbij belangrijk. Laat iemand die bekend is met deze techniek je helpen de eerste keer.
Wanneer het paard goed gewend is aan bewegingen boven zijn rug, kun je verder gaan werken naar het daadwerkelijke opstappen. Knip hiervoor het opstap proces in kleine handelingen. Begin klein, met bijvoorbeeld het krukje op- en afgaan zonder dat je paard beweegt. Breidt de training elke keer een stukje verder uit.
Vraag iemand je te helpen. Zo kun je het paard beter begeleiden. De persoon die je helpt houdt het paard vast terwijl jij het op- en afstappen traint. Zorg dat je helper nooit recht voor het paard staat, maar ernaast met een boog in je lijn. Mocht het paard dan vooruitspringen, dan staat diegene veilig. Als het goed gaat neemt degene die je helpt steeds meer afstand tot je eigenlijk alleen op kunt stappen
Als je altijd direct opstapt wanneer je de bak inkomt om te rijden, kan paard deze twee dingen aan elkaar gaan linken. Hierdoor is het mogelijk dat je paard al spanning opbouwt voor je de training bent begonnen. Probeer het opstappen eens na het rijden te oefenen of tussendoor.
Voor je paard zou het ook goed zijn als je zowel links- als rechts leert opstappen. In het begin voelt dat heel onhandig, maar voor het lichaam van je paard is het goed. Als je het opstappen gaat oefenen, neem dan ook af en toe de andere kant mee.
Stel geen onrealistische doelen in de opstap training en neem kleine stapjes. Bij een paard helpt vaak beter om vijf keer een korte training te doen die je elke keer succesvol afsluit, dan één hele lange training waar je meteen alles wil bereiken. Een paard leert door herhaling. Probeer het dus voor je paard zo makkelijk mogelijk te maken om het goed te doen.
