Ondergewicht bij paarden
Ondergewicht kan verschillende oorzaken hebben. Net als met overgewicht heeft het in eerste instantie te maken met de hoeveelheid energie die het paard binnenkrijgt. Bij overgewicht krijgt het paard meer energie binnen dan hij verbruikt, bij onderwicht is het net andersom. Het paard krijgt onvoldoende voeding, of voeding van slechte kwaliteit, waardoor zijn gewicht afneemt.
De energiebehoefte van een paard kan om verschillende redenen variëren. Als een merrie bijvoorbeeld lacterend is, heeft zij een hogere energiebehoefte. Wordt het rantsoen dan niet aangepast, dan kan het gewicht van de merrie afnemen. Hetzelfde geldt voor jonge paarden die in de groei zijn.
Er kunnen ook medische oorzaken zijn voor ondergewicht. Het paard kan een bepaalde ziekte of aandoening hebben, het herstellen hiervan kan veel energie kosten waardoor hij afvalt. Het kan er ook voor zorgen dat de spijsvertering minder goed werkt en het voedsel daardoor niet goed wordt verteerd. Er kan daarnaast sprake zijn van een worminfectie waarbij gewichtsverlies een van de symptomen is. Daarbij kan het paard, afhankelijk van het type worm, last krijgen van diarree, koliek, verminderde eetlust, slechte groei (bij veulens en jonge paarden) en slechte vacht. Een slecht gebit kan ervoor zorgen dat het paard onvoldoende voedsel binnenkrijgt en/of dat het niet goed verteerd wordt, met afvallen als gevolg.
Als er geen sprake is van een medische oorzaak kan het paard ook afvallen door (te veel) stress. Een paard kan stress ervaren vanuit zijn leefomgeving als er onvoldoende rekening gehouden wordt met zijn natuurlijke behoeften. Het kan ook zijn dat het paard te veel stress in de training ervaart. Naast het afvallen kan stress ook voor andere gezondheidsproblemen zorgen, zoals maagzweren of hartproblemen.
Gevolgen van ondergewicht
Door ondergewicht kan de algehele conditie van het paard achteruit gaan en kan hij lusteloos worden. Op het moment dat een paard te weinig energie binnenkrijgt via zijn voeding, zal hij gebruik maken van zijn vetreserves. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat de botten zichtbaar worden. In zeer extreme gevallen, waarbij het paard al zijn vetreserves heeft verbruikt, worden andere weefsel aangetast zoals spieren, lever, nieren, hart en het zenuwstelsel. Op een gegeven moment worden alle organen aangetast en kan het dier uiteindelijk overlijden.

Ondergewicht herkennen
Net als bij overgewicht is het belangrijk om de conditie van je paard goed in de gaten te houden. Dit kun je doen door regelmatig een Body Condition Score (BCS) bij je paard te doen. Het geeft je een indicatie of jouw paard op dat moment een gezond gewicht heeft. Houd hierbij wel rekening met de verschillen in ras, bouw en leeftijd. Er is sprake van zwaar ondergewicht als het spierweefsel van het paard minimaal aanwezig is. De ribben en het bekken zijn duidelijk zichtbaar en de hals is ingevallen. Als je achter het paard staat is de wervelkolom het hoogste punt en de staart is ingevallen. Heeft het paard last van ondergewicht dan is de huid nog soepel, in extreme gevallen is de huid strakgetrokken.
Tips bij het aankomen
Het is belangrijk om erachter te komen wat de oorzaak van het ondergewicht is. Laat je dierenarts het paard onderzoeken om eventuele ziektes en aandoeningen uit te sluiten. Vraag ook je dierenarts of paardentandarts om het gebit van je paard te controleren. Is er geen sprake van een medische oorzaak? Dan is het zaak om goed naar je rantsoen en training te kijken. Magere paarden hebben een hogere eiwitbehoefte. Zorg voor een passend rantsoen dat aansluit bij de energie- en eiwitbehoefte van je paard. Het paard zou voldoende ruwvoer van goede kwaliteit moeten krijgen.
Door een ruwvoeranalyse te doen kun je zien hoeveel energie en eiwitten er in je ruwvoer zitten. Daarnaast is het fijn als het paard de hele dag door kan grazen, gras bevat meer energie en eiwit dan hooi of voordroogkuil. Aan het krachtvoer kun je plantaardige olie toevoegen, of kiezen voor een krachtvoer met hoger vetgehalte.
Voor drachtige en lacterende merries bestaat er een speciaal merriebrok die beter aansluit bij de behoeftes van de merrie. Ook voor veulens is er een veulenbrok ontwikkeld. Heb je een ouder paard dat bijvoorbeeld problemen heeft met zijn gebit? Bied hem dan makkelijk verteerbaar voer aan. Nat voer, zoals bietenpulp of slobber, kan helpen om hem voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen.
Let er wel op dat je een mager paard niet in een korte tijd veel laat aankomen. Het paard loopt verschillende gezondheidsrisico’s als het gewicht snel toeneemt, zo vergroot het de kans op hoefbevangenheid. Zorg daarom voor een geleidelijke toename door het rantsoen geleidelijk aan te passen.