Voor sommige ruiters kan een dikke wintervacht onhandig zijn: je paard zweet snel en droogt langzaam. Daarom kiezen ruiters er vaak voor om hun paard te scheren. Het ene paard kan meer moeite hebben met het scheren dan het andere… Of lijkt dat alleen maar zo?
Er is onderzoek gedaan naar het gedrag van paarden tijdens het scheren. Hiervoor zijn 10 paarden gebruikt, verdeeld over twee groepen. In de eerste groep (C) zaten vijf paarden die gewillig waren tijdens het scheren en dus hier geen moeite mee leken te hebben. In de tweede groep (NC) zaten vijf paarden die niet gewillig waren.
De paarden werden periodes van 10 minuten ‘schijngeschoren’, dat betekent dat de scheermesjes van het scheerapparaat verwijderd waren. Voor, tijdens en na het scheren werden de hartslag, het cortisolgehalte in het speeksel en de temperatuur van de ogen gemeten. De concentratie cortisol (een stresshormoon) in het speeksel is een indicator voor de hoeveelheid fysieke stress die het paard heeft. Hoe hoger de concentratie cortisol, hoe meer stress het paard heeft. Het meten van de oogtemperatuur kan direct veranderingen in het stressniveau aangeven zonder het paard aan te raken, wat bij het nemen van speekselmonsters niet zo is.
Het bleek inderdaad dat de paarden uit de NC groep (niet gewillig) minder relaxed waren en meer gedragsreacties lieten zien dan de C groep (gewillig). Dit waren gedragingen zoals rondlopen, weerstand tonen tegen het scheerapparaat en schoppen. Maar alle paarden hadden een significante toename in de hartslag, het cortisolgehalte en de oogtemperatuur. Er was geen significant verschil tussen de C en NC groep, wat betekent dat alle paarden het scheren als een stressvolle gebeurtenis hadden ervaren. De paarden uit de C groep hadden alleen geleerd om niet meer te reageren.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.