Hoe handig zou het zijn: je laat je veulen meekijken bij zijn moeders schriktraining en het veulen wordt daardoor zelf ook minder angstig. Deense onderzoekers waren benieuwd of dit zo kon werken en hebben veulens geobserveerd die hun moeders hebben zien omgaan met enge objecten en situaties.

“Het lijkt inderdaad mogelijk om de angst van een veulen te verminderen met behulp van de merrie”, zei Janne Winther Christensen, PhD. Ze presenteerde haar resultaten van het onderzoek tijdens de 2014 International Society for Equitation Science (internationale organisatie voor paardensport wetenschappen) conferentie, dat gehouden werd van 6 tot 9 augustus in Bredsten, Denemarken.

Christensen heeft onderzoek gedaan naar 22 paar merries en hun veulens, om te observeren hoe de merrie wellicht habituatie door kan geven aan het veulen. Habituatie is het vermogen van een paard om gewend te raken aan een spannend/eng object, zodat hij niet meer angstig reageert.

Voordat de merries moesten bevallen hebben de onderzoekers de merries gehabitueerd op vijf verschillende enge objecten of situaties zoals een open paraplu, lopen over een zeil of wrijven over het lichaam met een plastic zak. Na het bevallen werd de helft van de merries een keer per week (acht weken lang) weer aan dezelfde vijf situaties blootgesteld, met de veulens aan hun zijde. De veulens werden hierbij niet onderzocht en observeerden alleen hun moeders. De andere helft van de merries en veulens werden niet blootgesteld aan de enge objecten en situaties. Na de acht werken onderzochten de onderzoekers alle veulens met vier gestandaardiseerde angsttesten, sommige testen waren al gebruikt bij de habituatie van de merries en sommige waren compleet nieuwe objecten of situaties. Het team observeerde het gedrag van de veulens en bekeken de hartslag.

Over het algemeen waren veulens die hun moeders met enge situaties hadden zien omgaan veel minder angstig tijdens de testen, zei Christensen. Zelfs het wrijven met de plastic zak, iets dat bijna ieder paard wel eng vindt, leek gemakkelijk geaccepteerd door de veulens in de experimentgroep, zei ze. “Deze veulens zijn nog nooit eerder met een plastic zak aangeraakt, in geen van beide groepen”, zei Christensen, die haar video toelicht die ze tijdens de conferentie had gepresenteerd. “Deze (een veulen in de video) heeft de moeder gezien met de zak en hij accepteert rustig de wapperende zak over zijn rug. Maar het controle veulen liep weg bij elke keer dat ik hem probeerde aan te raken met de zak”.

Nadat het onderzoek was afgerond, mochten alle merries en veulen drie maanden lang op de wei staan, zonder enige experimenten. Na vijf maanden werden de angstniveaus van de veulens weer onderzocht. Wederom zagen de onderzoekers dat de veulens die hun moeders hadden zien omgaan met enge objecten en situaties minder angstig waren gedurende de testen, zelfs maanden later. Bij testen die niet eerder door de moeders waren gedemonstreerd, was de experimentele groep veulens nog steeds minder angstig dan de groep controle veulens. “Veulens in de experimentele groep generaliseerde hun acceptatie van prikkels,” zei Christensen. “En het lijkt erop dat de gedragsverschillen een lange tijd aanhouden”.

De veulens uit de experimentele groep hebben niet alleen baat gehad van het sociale leren (kijken naar hoe hun moeder de objecten accepteerden), maar ook van het individueel ontdekken”, voegt ze toe. De veulens mochten namelijk vrij bewegen tijdens de habituatie sessies met hun moeders, vaak gingen ze de objecten in hun eentje onderzoeken, uit nieuwsgierigheid.

“Het is zeker iets dat we kunnen aanbevelen aan fokkers,” zei Christensen. “Zeker omdat veel fokkers dezelfde merries gebruiken, ze kunnen deze merries makkelijk habitueren op enge prikkels en dan deze habituatie laten zien aan de nieuwe veulens die ze elk jaar krijgen.”

 

Geef een reactie