Na een rustdag beginnen jij en je paard weer fanatiek aan jullie training. Je bent een kwartier bezig als je paard steeds moeilijker gaat lopen en uiteindelijk stil gaat staan. Je probeert hem weer in beweging te krijgen, maar hij begint overmatig te zweten en zijn spieren verkrampen… Snel afstappen en de dierenarts bellen, je paard is waarschijnlijk spierbevangen!
Spierbevangenheid, ook wel maandagziekte, azoturie of tying-up genoemd, is een aandoening aan de spieren die naar voren komt bij beweging. Door een verstoring van de stofwisseling treedt er acute verzuring van de spieren op. Deze aandoening komt al meer dan een eeuw voor in de paardenwereld. Vroeger was het een kenmerkende aandoening voor werkende trekpaarden. Deze paarden werkten de hele week hard op het land. Op zondag kregen zij een rustdag waarbij ze die dag vaak niet uit de stal kwamen, maar wel dezelfde hoeveelheid krachtvoer kregen. Op maandagochtend, als het werk begon, kregen de dieren last van spierbevangenheid. Vandaar de naam ‘Maandagziekte’.
De symptomen en ernst van spierbevangenheid zijn te verdelen in drie gradaties: licht, matig en ernstig. Meestal zullen de symptomen zichtbaar worden na 15 tot 30 minuten na het begin van het werk, maar soms is het al direct zichtbaar wanneer het paard de stal uit komt. Bij de lichte variant zal het paard trager gaan bewegen. Hij maakt zijn rug bol en de achterhand wordt stijf. Vaak worden deze symptomen over het hoofd gezien en duren ze maar kort. Bij de matige variant zal het paard niet meer willen lopen en als hij loopt zal zijn beweging stijf en met korte passen zijn. De achterhand van het paard trilt en knikt. Veel symptomen verdwijnen na ongeveer vier uur, maar de spieren kunnen nog enkele dagen gespannen en pijnlijk zijn. Heeft het paard een ernstige variant van spierbevangenheid dan weigert hij te lopen en zweet hij erg veel. De hartslag en ademhaling zullen hoger zijn en de neusgaten zijn verwijd. Hij kan daarnaast plotseling angstig reageren, willen gaan liggen en niet meer op willen staan. Als het paard gaat plassen, komt er typische roodbruine urine uit, dit is een teken van spierafbraak.
We weten nu hoe spierbevangenheid er aan de buitenkant uit ziet, maar wat gebeurt er op dat moment in het lichaam? Spieren hebben energie nodig om te kunnen bewegen. Als een paard niet alle energie uit zijn voeding verbruikt, wordt dit in de spieren opgeslagen als glycogeen (keten van glucosemoleculen). Zodra het paard de energie nodig heeft, wordt glycogeen met behulp van zuurstof verbrand en komt de energie vrij. Glycogeen kan ook zonder zuurstof worden verbrand, zogenaamde anaerobe verbranding. Het enige nadeel hierbij is dat er een afvalstof vrijkomt bij de verbranding: melkzuur. Bij licht en langzaam werk kan het lichaam het melkzuur prima afvoeren en hoeft dit geen probleem te zijn. Maar als het paard (plotseling) zwaar moet werken, kan er teveel melkzuur geproduceerd worden. Het lichaam kan dit niet meer afvoeren waardoor het zich ophoopt in de spieren en voor verzuring zorgt.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.