Van nature redden paarden zich prima met een grasdieet, eventueel aangevuld met kruiden en zaden. Hier kan het paard voldoende energie en voedingstoffen uit halen. Maar op het moment dat wij onze paarden vragen om bepaalde prestaties te leveren , kan het zijn dat ze meer energie nodig hebben. Er zijn een aantal energiebronnen voor paarden. Welke je voert is afhankelijk van de prestaties die het paard moet leveren.

 

Koolhydraten
Koolhydraten kunnen verdeeld worden in ‘oplosbare koolhydraten’ en ‘complexe koolhydraten’. Suiker en zetmeel zijn oplosbare koolhydraten, die door enzymen in de maag en dunne darm worden afgebroken. Hierdoor kan de energie snel opgenomen worden in het lichaam. Suiker en zetmeel leveren dan ook veel, korte energie. Het is belangrijk dat er niet teveel zetmeel in het rantsoen zit. Wanneer het paard niet al het zetmeel goed kan verteren er daardoor onverteerd zetmeel in de dikke darm terecht komt, kan dit de darmflora verstoren. Het paard heeft dan meer kans op koliek en hoefbevangenheid. Suiker komt eigenlijk in ieder voedermiddel voor, waaronder ruwvoer zoals gras en hooi. Het is wel zo dat er in krachtvoer en granen een hoger suikergehalte zit. Krachtvoer en granen zijn ook rijk aan zetmeel, maar de hoeveelheid zetmeel die in ruwvoer voorkomt is verwaarloosbaar.

Complexe koolhydraten zijn vezels die het paard niet met zijn lichaamseigen enzymen kan verteren. Als planten ouder worden, krijgen ze meer structuurhoudende stoffen (vezels). Omdat het paard dit niet zelf kan verteren, krijgt hij ‘hulp’ van bacteriën in de dikke darm. Deze bacteriën kunnen de vezels wel verteren, waardoor er vluchtige vetzuren vrijkomen. Dit is een energiebron voor het paard. In tegenstelling tot suiker en zetmeel, zijn vezels een langzame, continue bron van energie. Vezels komen voor in ruwvoer, zoals gras, hooi en stro. Een paard heeft vezels nodig om zijn verteringsstelsel gezond te houden en voldoende energie binnen te krijgen.

Vetten
Paarden kunnen plantaardige vetten erg goed afbreken en opnemen in het lichaam. Dit gebeurt vooral in de maag en in de dunne darm. Vet geeft heel veel energie, wel twee tot drie keer meer dan zetmeel. Net als vezels, geven vetten een langzame, continue bron van energie. Je kunt vetten voeren door zonnebloemolie of olijfolie door het voer te mengen. Verder bevat dit weinig voedingsstoffen, dus het is belangrijk dat het paard dit uit de rest van het rantsoen kan halen. Een paard heeft een paar weken nodig om te wennen aan vetten in zijn rantsoen, dus zorg dat je de hoeveelheid olie geleidelijk opbouwt.

Je kunt de olie door het krachtvoer, maar ook door het hooi mengen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Welke energiebron?
Of je paard extra energie nodig heeft en welke type energie hij nodig heeft, is afhankelijk van de discipline die het paard beoefend en op welk niveau hij dit doet. Moet het paard een langdurige prestatie leveren, zoals bij endurance? Dan is het handig om olie bij te voeren. Levert het paard korte en krachtige prestaties, zoals bij springen? Dan is het voeren van extra suiker en zetmeel het meest geschikt. Is het meer een combinatie van langdurige prestatie met korte, krachtige inspanningen zoals in de dressuur? Dan kan een combinatie van oplosbare koolhydraten en vetten het beste werken. Afhankelijk van de discipline, kan het ook nodig zijn om extra vitamine en mineralen te voeren voor bijvoorbeeld de verzorging van de spieren. Hoe je het dieet van je paard ook samenstelt, het is voor ieder paard belangrijk om de basis van het rantsoen goed te hebben. Dit betekent voldoende ruwvoer van goede kwaliteit.

Geef een reactie