Wanneer de hoef de grond raakt, wordt het gewicht via de botten overgedragen naar de dragende delen van de hoef. De hiel raakt de grond als eerst, hier werkt de straal als een soort schokdemper. Zodra de hele hoef de grond raakt, wordt de druk van het gewicht verdeeld over de hele hoef. Dit maakt dat de hoef ongeveer 1,8 tot 2,5 millimeter uitzet. Best veel eigenlijk! Het is daarom ook belangrijk dat wanneer het paard hoefijzers heeft, de takken van de hoefijzers wat verder doorlopen zodat de hiel ruimte heeft om uit te zetten. De druk verdwijnt zodra het paard zijn been optilt en daardoor trekt de hoef zich weer samen.
Naast het absorberen van de schokken, heeft dit mechanisme nog een andere belangrijke taak. Het zorgt namelijk voor een goede doorbloeding van de hoeven. Normaal gesproken helpen spieren om het bloed rond te pompen, maar paarden hebben geen spieren in het onderbeen. Hier zijn alleen pezen en ligamenten aanwezig. Het uitzetten en samentrekken van de hoef werkt als een soort pomp. Zodra de hoef wordt neergezet, worden de straalkussens en verzenen samengedrukt en zakt het hoefbeen verder naar beneden. Dit maakt dat het bloed uit de bloedvaten, naar beneden wordt gedrukt. Zodra de hoef wordt opgetild, komt de hoef weer in zijn oorspronkelijke vorm en wordt gaat het bloed weer omhoog.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.