Zoals iedereen weet is ademhalen essentieel voor zowel mens als paard. Maar er zijn wel wat verschillen tussen beide ademhalingen. In dit artikel vertellen we je meer over hoe het ademhalingsstelsel van het paard precies werkt.
Het ademhalingsstelsel begint bij de luchtwegen. De luchtwegen beginnen bij de neusholte en lopen via de keelholte, het strottenhoofd en de luchtpijp naar de longen. In tegenstelling tot de mens, kan het paard enkel door zijn neus ademen. Het is dus belangrijk dat het paard altijd een neusgat vrij heeft om te kunnen ademen. De oppervlakte van de longen van een paard is erg groot, bij een volwassen paard wel zo’n 1600 m2!
Er zijn twee soorten ademhalingen: de borstademhaling en de buikademhaling. Bij de borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen waardoor de borstholte groter en kleiner wordt gemaakt. Bij de buikademhaling beweegt het middenrif. Het middenrif is een gespierd vlies dat een scheiding tussen de borst- en buikholte vormt. Door het boller of minder bol maken van het middenrif wordt er lucht in- en uitgeademd. In rust ademt het paard 8 tot 14 keer per minuut. Bij inspanning kan deze frequentie behoorlijk toenemen, tot zo’n 130 keer per minuut. Bij een goed getraind paard zou de ademhaling binnen een half uur na arbeid weer terug moeten zijn op het rustniveau.
Wanneer je de ademhaling van het paard gaat meten, tel je het aantal ademtochten per minuut, dit is de ademfrequentie. Het in- en uitademen telt als één ademhaling. Een normale ademhaling is een combinatie van de borst- en buikademhaling. Als het paard voornamelijk gebruik maakt van de borstademhaling zie je de meeste beweging in de borstkas. Dit zou een teken kunnen zijn dat het paard bijvoorbeeld buikpijn heeft. Maakt het paard voornamelijk gebruik van de buikademhaling, dan zie je de meeste beweging in de buik. Pijn in of aan de borst of benauwdheid kunnen hier oorzaken van zijn. Het paard kan ook een oppervlakkige ademhaling hebben, dan is de ademfrequentie hoog en ademt hij kort. Zorg bij het meten van de ademhaling dat je op een veilige afstand schuin achter het paard staat. De ademhaling kun je zien aan de beweging van de ribben en de flanken. Normaal worden de ademtochten gedurende 15 seconden gemeten en vervolgens vermenigvuldigd met 4, om op de waarden per minuut te komen. Wanneer het paard onregelmatig ademt, is het beter om een hele minuut te meten.
Wanneer de ademhaling afwijkt, of je vermoedt dat er andere problemen zijn met het ademhalingsstelsel, waarschuw dan de dierenarts.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.