10 tips voor de winter

De winter is voor ons paardenmensen niet altijd zo rooskleurig. Wij trotseren de kou in thermokleding met mutsen, handschoenen en sjaals in de hoop niet van ons paard te vriezen. De paarden daarentegen kunnen veel beter tegen de kou en de winterse omstandigheden. Er zijn wel een aantal zaken waar je rekening mee kunt houden om ervoor te zorgen dat je paard gezond het winterseizoen doorkomt.  

  

  1. Ruwvoer – Ruwvoer is basis van ieder paardenrantsoen, het maagdarmstelsel is hierop ingesteld. Daarnaast werkt het verteringsproces van ruwvoer als een soort kacheltje voor het paard, het houdt hem warm tijdens de koude dagen.  Zeker als je paard niet of minder in de wei komt, is het voeren van voldoende ruwvoer van goede kwaliteit belangrijk. Als je paard wel het hele jaar door in de wei kan grazen, houd er dan rekening mee dat het gras minder voedzaam is in de winter. Het bijvoeren van ruwvoer kan dan nodig zijn.  

  

  1. Body condition score – Houd verder de conditie van je paard goed in de gaten, door de wintervacht is dit soms moeilijk vast te stellen. Voel daarom regelmatig de ribben van je paard om te checken of hij op gewicht blijft.   

  

  1. Water – Water is daarnaast een belangrijk aandachtspunt in de winter. Een paard drinkt normaal gesproken 20 tot 70 liter water per dag, afhankelijk van de temperatuur, luchtvochtigheid, lichaamsgewicht en verrichtte arbeid. In de zomer weten we vaak wel dat de waterbehoefte toeneemt door het zweten en de zomerse temperaturen. Echter, in de winter kan de behoefte ook toenemen door de lage luchtvochtigheid en de afwezigheid van vers gras. Zorg er dus altijd voor dat de paarden continu toegang hebben tot schoon, niet te koud, drinkwater. Paarden drinken meer van wat lauw water (7-10°C ). IJskoud water drinken ze wel maar in mindere mate, de kans dat je paard dan te weinig water binnenkrijgt is aanwezig. 

  

  1. Bevroren leidingen – Wanneer de dagen en nachten kouder worden zullen leidingen en waterbakken sneller bevriezen. Controleer daarom regelmatig of het paard nog toegang heeft tot het water. Je zou in emmers een bal kunnen leggen, de beweging van de bal door de wind voorkomt dat het water snel bevriest. Ga er niet vanuit dat je paard zijn waterbehoefte aanvult door het eten van sneeuw. Het smelten van sneeuw kost je paard namelijk erg veel energie waardoor hij moeilijk op temperatuur kan blijven. Daarnaast zou hij heel veel sneeuw moeten eten om aan voldoende vocht te komen.   

  

  1. Liksteen – Ondanks dat paarden minder zweten dan in de zomer, hebben ze ook in de winter een zoutbehoefte. Zout zit vaak onvoldoende in het ruw- en krachtvoer. Door het ophangen van een liksteen kan het paard zelf bepalen wanneer en in welke mate hij zijn zoutgehalte aanvult. Leg nooit een liksteen in de voerbak. Het paard krijgt dan namelijk tijdens het eten van het krachtvoer meer zout binnen dan nodig.  

  

  1. Temperatuur op stal – Wanneer het buiten koud is, zijn we snel geneigd om het op stal lekker warm te maken. Dus ramen en deuren dicht, zodat er geen warmte verloren kan gaan. Alleen is een niet goed geventileerde ruimte niet zo gezond voor je paard. Ammoniak (uit de urine), stof en schimmels vervuilen de lucht en kunnen voor gezondheidsproblemen aan de luchtwegen zorgen. Zorg daarom altijd voor een goede ventilatie, maar let op dat het niet gaat tochten. Dit kan ook voor gezondheidsproblemen zorgen.  

  

  1. Wel of geen deken – Paarden kunnen prima tegen koude temperaturen. Wij voelen ons het prettigst bij temperaturen tussen de +15°C en +30°C (ongekleed), terwijl voor paarden de comfortzone tussen de -5°C en +20°C (ongeschoren) ligt. Zodra het kouder wordt maakt het paard een wintervacht aan, dit zorgt voor een betere isolatie. Wanneer een paard het koud heeft kan hij de haren door middel van spiertjes rechtop zetten, zo ontstaat er een extra isolerende luchtlaag. Of jij je paard een deken op wilt doen hangt af van je paard en het doel dat je met hem hebt. Oude of zieke paarden kunnen de extra warmte van de deken nodig hebben omdat zij zelf te zwak zijn om hun temperatuur te goed regelen. Het kan ook zijn dat je de wintervacht onhandig vindt tijdens het trainen. Een deken kan er dan voor zorgen dat de aanmaak van de wintervacht wordt beperkt.  

  

  1. Wel of niet naar buiten – In de winter is dit op sommige stallen wat lastiger omdat de weilanden gesloten worden. Zorg dan dat hij in ieder geval in een paddock of rijbak los kan. Het nadeel van je paarden ’s winters wel in de wei zetten is dat het land kapot gelopen wordt. Om dit te voorkomen kun je het verdelen in kleinere stukken en de paarden op één deel laten lopen. Dit stuk wordt dan zwart, maar de rest van je land blijft goed. Wanneer je dit stuk in het voorjaar laat rusten zal het zich weer kunnen herstellen.   

  

  1. Training – Belangrijk bij trainen in de winter is dat je je paard een langere warming up en cooling down geeft. Een warming up zorgt ervoor dat de spieren goed doorbloed worden en daardoor de kans op blessures minder wordt. Stappen is een goede warming up, je zou ook wat rek- en strekoefeningen mee kunnen nemen. Een cooling down is nodig om de afvalstoffen van de training af te voeren. Als dit niet voldoende gebeurt, kan er stijfheid en spierpijn ontstaan. Daarnaast is het nodig om de vacht op te laten drogen.  

  

  1. Afwisseling in de training – Afwisseling in je training houdt het lichaam en geest van je paard gezond. Juist in de winter zie je dat paarden vaak wat langer op stal staan, een heerlijk fris buitenritje is dan helemaal niet zo verkeerd. Je kan ook prima in de sneeuw een buitenrit maken, maar zorg er dan wel voor dat je paard geen ijzers of speciaal sneeuwbeslag heeft.  

 

Geef een reactie