Paarden zullen allemaal wel eens naar hun buik trappen of bijten om bijvoorbeeld een irriterende vlieg weg te jagen. Maar in het geval van zelfmutilatie gaat het verder dan dat. Het paard bijt of schopt zichzelf of vertoont ander gedrag met beschadigingen of verwondingen als gevolg.
Zelfmutilatie is een vorm van stereotype gedrag. Mutilatie betekent ‘verminking’, het is dus letterlijk ‘verminking van jezelf’. Vaak wordt zelfmutilatie verward met andere aandoeningen, zoals koliek, epilepsie of hormonale onbalans, omdat ze vergelijkbare symptomen hebben. Op het moment dat je paard zichzelf gaat verwonden is het dus verstandig om eerst te kijken naar een eventuele fysieke oorzaak.
Het komt het meest voor bij gedomesticeerde hengsten. Zij kunnen dit gedrag ontwikkelen door (een combinatie van) seksuele frustratie of onvoldoende beweging doordat ze bijvoorbeeld continu op stal gehouden worden. Zodra ze hun seksuele gedrag niet kunnen uiten op hengstige merries, zullen sommige hengsten gefrustreerd raken en dit uiten naar mensen, niet-hengstige merries of jonge paarden. Wanneer er geen andere paarden in de buurt zijn kan de hengst het op zichzelf gaan uiten. Je ziet dan vooral gedrag terug wat hengsten in het wild naar elkaar vertonen, zoals bijten naar de hals en benen. Het gedrag kan in het dekseizoen heftiger zijn dan in het rest van het jaar, omdat de hengst dan meer seksuele behoeftes heeft. Het kan ook voorkomen bij ruinen, merries en veulens, maar dit gebeurt zelden. Hoeveel paarden last hebben van zelfmutilatie is lastig vast te stellen, maar het is gelukkig geen veelvoorkomend probleem.
Naast de zelfgerichte mannelijke agressie, kan zelfmutilatie zich tonen als een meer rustige, vaak ritmisch herhaaldelijk beweging. Bijvoorbeeld zich bijten op verschillende delen van het lichaam in een vast patroon, stampen of ritmisch tegen een object aan schoppen. Het tonen van ritmisch en herhaaldelijk gedrag zie je ook bij andere stereotype gedragingen, zoals weven of boxwalking. In extreme gevallen van zelfmutilatie kan het paard zijn hoofd of lichaam tegen een muur gooien, of zichzelf helemaal tegen de grond gooien.
Omdat het een vorm van stereotype gedrag is, heeft het dezelfde gevolgen. Bij het uitvoeren van het gedrag maakt het paard een stofje aan, endorfine, waardoor hij zich gelukkiger voelt. Daarnaast heeft het een pijnstillende werking. Een paard kan verslaafd raken aan endorfine en zal dus het gedrag uit blijven voeren om het gelukkige gevoel op te wekken. Hierdoor is het heel lastig, of onmogelijk, om het stereotype gedrag af te leren. Bij het beperken of voorkomen van zelfmutilatie is het belangrijk om te kijken naar het stalmanagement. Voorkom chronische stress door (zoveel mogelijk) rekening te houden met de natuurlijke behoeftes van het paard. Dus zorg voor voldoende (vrije) beweging, sociaal contact en een goed rantsoen. Ook voor hengsten is sociaal contact belangrijk. Een Zweeds onderzoek toonde aan het mogelijk is om een kudde hengsten bij elkaar te plaatsen, zonder dat er sprake is van ernstige verwondingen. Meer over dit onderzoek kun je lezen in een artikel van Equus Magazine . Is fysiek contact niet mogelijk is, zorg er dan voor dat ze andere paarden kunnen zien en horen. Als een hengst geen doel heeft voor de fokkerij en/of de sport, maar wel veel seksueel en agressief gedrag vertoont, kun je overwegen om de hengst te castreren. Hierdoor zorg je dat het seksuele en agressieve gedrag af kan nemen en is het makkelijker om het paard in kuddeverband te plaatsen, wat goed is voor zijn welzijn. Voor sommige hengsten geldt dan ook dat de zelfmutilatie stopt na castratie, maar dat is niet bij alle hengsten het geval.
Hieronder zie je twee filmpjes van voorbeelden van zelfmutilatie. Op het eerste filmpje zie je ‘rustige ritmische’ zelfmutilatie. Op het tweede filmpje zie je vanaf minuut 1.20 het gedrag van zelfmutilatie bij een hengst.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.