Paarden temperaturen

Op het moment dat je het idee hebt dat je paard zich niet lekker voelt, is het handig om te meten of er sprake is van koorts omdat dit een indicatie kan zijn van verschillende (ernstige of minder ernstige) ziektes. Bovendien wordt in het geval van een uitbraak van een besmettelijke ziekte, zoals bijvoorbeeld Droes, geadviseerd om preventief de temperatuur van je paard op te nemen. Maar hoe doe je dit eigenlijk? In dit artikel lees je alles over de lichaamstemperatuur van paarden, het opnemen ervan en tips voor paarden die moeite hebben met het inbrengen van een thermometer. 

 

De lichaamstemperatuur van paarden

De lichaamstemperatuur is de temperatuur die binnenin het lichaam van een mens of dier heerst. Elke diersoort heeft een ander temperatuurbereik waarbinnen het lichaam het best functioneert. Voor de zoogdieren, waaronder paarden en mensen,  geldt dat hun lichaamstemperatuur normaalgesproken boven de omgevingstemperatuur ligt. Het zijn warmbloedige dieren en zorgen er zelf voor dat hun temperatuur in stand gehouden wordt. In tegenstelling tot koudbloedige dieren, die zijn afhankelijk van de omgeving. 

 

Bij paarden ligt de normale lichaamstemperatuur tussen de 37,4 en 38,0 graden Celcius. Het wordt op peil gehouden door de hypothalamus, een onderdeel van de hersenen. Het controleert continu de temperatuur in het lichaam. Zodra er veranderingen plaatsvinden zorgt de hypothalamus ervoor dat er mechanismen geactiveerd worden die deze veranderingen compenseren. Als bijvoorbeeld de omgevingstemperatuur van een paard erg koud wordt, stuurt de hypothalamus signalen naar de huid die ervoor zorgen dat de huid gaat trillen, de haren rechtop gaan staan en de bloedvaten vernauwen. Allemaal acties om ervoor te zorgen dat de lichaamstemperatuur niet zal dalen. En zo werkt het ook andersom. Als de omgevingstemperatuur erg hoog is zal het paard gaan zweten en de bloedvaten zullen verwijden om de warmte kwijt te kunnen. 

 

Wanneer de lichaamstemperatuur hoger wordt is er sprake van koorts. Koorts kan een symptoom zijn van verschillende ziektes en aandoeningen. Het is een nuttige reactie van het lichaam op een infectie (door bacterie of virus), de verhoogde temperatuur helpt namelijk om deze infectie te bestrijden. Als je paard koorts heeft is het verstandig om regelmatig (minstens 2x per dag) de temperatuur op te meten. Zo kun je het verloop van de temperatuur goed in de gaten houden. Hoe je verder moet handelen als je paard koorts heeft is afhankelijk van de totale situatie, overleg daarom met je dierenarts. 

  

Hoe neem je de temperatuur op?

Je kunt zelf de temperatuur van je paard opnemen. Het is aan te raden om dit regelmatig te doen, ook als je paard gezond is. Zo weet je wat zijn eigen normale lichaamstemperatuur is en kan je beter inschatten hoeveel verhoging er is op het moment dat dit zich voor doet. Meet de temperatuur als het paard in rust is, want na arbeid kan de lichaamstemperatuur oplopen. De temperatuur meet je rectaal, dus via de anus. Je hebt geen speciale paardenthermometer nodig, een gewone humane koortsthermometer is prima. Het is wel verstandig om een koortje aan de thermometer te maken en dit aan de staart te bevestigen (met een knijper) of om je pols te doen. Dit voorkomt dat de thermometer plotseling in het paard verdwijnt. Er zijn ook speciale paardenthermometers. Deze hebben een grote verdikking of ronde ring aan het uiteinde die ervoor zorgt dat de thermometer nooit naar binnen kan schieten.

 

Om het inbrengen makkelijker te maken kun je de thermometer insmeren met vaseline of glijdmiddel. Zet vervolgens de thermometer aan. Ga voor je eigen veiligheid bij het inbrengen naast je paard staan en niet er achter. Duw de staart iets opzij en breng de thermometer voorzichtig, met een draaiende beweging in de anus. Plaats hem redelijk diep, zodat je het schermpje nog net kunt aflezen. Laat de thermometer zitten tot je het piepje hoort en trek hem er dan voorzichtig uit. De temperatuur is nu zichtbaar op het schermpje. Maak na het gebruik de thermometer weer goed schoon.

 

Paarden die moeite hebben met het temperaturen

Heeft je paard moeite met het inbrengen van een thermometer? Dan is het verstandig om dit eerst te trainen voordat je de temperatuur op gaat meten. Doe eerst wat grondwerk met je paard, zodat hij leert om braaf stil te staan. Schakel vervolgens hulp in van iemand die je paard vast kan houden en kan corrigeren wanneer nodig, zet hem niet vast. Ga daarna je paard benaderen en aanraken. Begin bij de schoft en werk stap voor stap door naar zijn billen en staart. Als je het paard hebt aangeraakt en hij blijft braaf stil staan, loop je weer weg. Gaat je paard lopen? Houd dan je hand op je paard tot hij stil staat (of stil gezet wordt door je helper) en loop dan pas weg. Werk door tot je uiteindelijk de staart kunt bewegen, loop weer weg zodra je paard ontspant. Blijft je paard netjes stil staan terwijl jij de staart kunt bewegen? Dan kun je de thermometer gaan gebruiken. Maak ook hierbij eerst gebruik van het principe ‘toenaderen en terugtrekken’, zoals we hierboven hebben beschreven. Zodra je paard ontspant terwijl de thermometer is ingebracht, haal je de thermometer eruit. Verleng langzamerhand de tijd dat de thermometer in je paard zit, totdat je voldoende tijd hebt om de temperatuur op te meten.

Geef een reactie