Als het paard het warm krijgt dan zal het eerst proberen om een koelere plek op te zoeken, bijvoorbeeld in de schaduw of in de wind. Als dat niet voldoende werkt of kan dan kan het paard over zijn hele lichaam gaan zweten om warmte kwijt te raken. Ook stopt het paard met eten zodat er geen warmte meer vrij kan komen bij het verteren. Als laatste kan hij gaan ‘panten’ (vlug en oppervlakkig ademhalen) om af te koelen.
Als het paard gaat zweten verliest hij vocht. Bij paarden bestaat het zweet uit water en elektrolyten (zoals natrium, kalium, chloor en calcium). Deze stoffen geven onder andere de dorstprikkel door. Het zweet bevat meer elektrolyten dan het bloed en andere lichaamsvloeistoffen, waardoor er bij heftig zweten weinig elektrolyten in het lichaam achterblijven. Als er weinig elektrolyten in het lichaam zijn zal het paard dus geen dorstprikkel krijgen en niet drinken. Dit kan leiden tot uitdroging.
Het is dus belangrijk om oververhitting te voorkomen. In de wei is het raadzaam om schuilmogelijkheden te introduceren waar de paarden kunnen schuilen voor de zon. Dit kan bijvoorbeeld een boom of afdak zijn. Ook op stal kunnen paarden het erg warm krijgen. Het is daarom belangrijk om goede ventilatie te hebben. Tijdens transport kan de trailer erg warm worden. Zolang de trailer in beweging is, is dit doorgaans geen probleem (mits de achterzijde niet is afgesloten en op erg warme dagen ook aan de voorzijde een ventilatieopening is). Zodra de trailer stil staat dan kan de warmte zich op gaan hopen. Het is daarom raadzaam om rekening te houden met bijvoorbeeld files en de plek waar je de trailer parkeert als het paard er nog niet uit kan.
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.