Een jaar of drie geleden was ik veel aan het werk geweest in het buitenland. Met twee kinderen thuis voelde ik me als moeder toch wel schuldig. Om het goed te maken mochten ze allebei een korte trip regelen die ik samen met hen zou gaan maken. Mijn dochter Marloes koos voor drie dagen in de huifkar. De plaatjes waren veelbelovend en ze zag zichzelf ’s avonds al rijden zonder zadel op de fjorden van de foto’s. Want kleine paarden vond ze super. Grote paarden daarentegen, daar was ze bang voor!
Aangekomen bij het verhuurbedrijf zagen we de huifkar al staan. Maar toen eigenaresse Anneke aankwam met ‘ons paard’ schrokken we wel even. Onze kleine fjord bleek een grote shire te zijn, genaamd Bob. Na de verzekering dat het echt een lief paard was, konden we aan de slag om het paard voor de wagen te zetten. Zelf had ik nog nooit gemend en ik stond dus vol zorg te kijken naar alle riempjes en gespjes van het tuig, hopende dat ik het er de volgende dag weer op kon krijgen. Anneke vertelde dat Bob onderweg wel de neiging kon hebben om te stoppen. Als we daar aan toe gaven dan ging Bob ‘zijn eigen leven’ leiden en was hij niet meer voorwaarts te krijgen. Dus, vertelde ze, als hij wilde stoppen gaf je hem een zetje mee met de leidsels en zei je ‘hop, hop, Bob’ en dan ging hij weer. Dat moest wel lukken, toch? Ook gaf ze aan dat de eerste rit in één keer kon. Bob had geen rust nodig. En daar gingen we. Moeder en dochter heerlijk op de bok over de Veluwe. Echt een fantastische ervaring! Maar inderdaad, naarmate onze rit vorderde wilde Bob regelmatig stilstaan. De tip kwam van pas en het ‘hop, hop, Bob’ advies werkte perfect. Wel merkte ik dat Bob steeds langzamer ging lopen…
Uiteindelijk kwamen we aan op de camping en onder toeziend oog van 35 andere campinggasten, gingen we de uitdaging aan om Bob uit te spannen. Bij het afdoen van het hoofdstel gebeurde iets wat ik helemaal niet verwacht had. Bob liet zich volledig plat op de grond vallen. Ik schrok vreselijk! Later bleek hij dit altijd te doen, maar dat waren ze vergeten te vertellen. Onze omstanders lieten allen een zucht van ontzetting horen, hoe hadden we het beest zo hard kunnen laten werken dat hij zo moe was geworden! De volgende ochtend zijn we de uitdaging aangegaan om Bob weer in te spannen. Marloes stond op een veilige tien meter afstand, en ik mag wel zeggen dat ik professioneel stond te rommelen. Gelukkig kwam een oudere man mij te hulp. Hij vertelde boer te zijn en veel met paarden gewerkt te hebben. Tijdens het werk begon hij ineens te lachen. ‘Ik weet wie u bent! Ik heb heel de nacht wakker gelegen om het me te herinneren, maar ik weet wie u bent! U doet iets met paarden!’ Met een soort valse bescheidenheid gaf ik toe dat dit klopte en inwendig was ik natuurlijk wel trots. De eerste keer dat ik zo herkend werd! Zelfingenomen stond ik naast Bob te genieten van dit succes.. Waarop de boer zei; ‘Ja, U bent Anky van Grunsven!’
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.